zondag 16 december 2018

Mix tussen Japan en China

Taipei
De hoofdstad van Taiwan is met zijn 2,5 miljoen inwoners en 8,1 miljoen inclusief agglomeraties een erg grote stad waar je niet snel alleen bent. Het voelt ook Japans aan want er is orde in de chaos. Mensen dringen niet voor maar staan netjes in een rij te wachten voor de bus, tram of een restaurant. Het is er proper en het openbaar vervoer is er prima geregeld. Wat ons ook opviel is dat zowat alle bordjes in de openbare ruimtes ook in het Engels vertaald zijn. Vele jonge mensen spreken ook een woordje Engels dus de taalbarrière valt erg mee. ook zijn er op vele centrale plaatsen toeristeninformatie standjes ingericht waar je terecht kan met je vragen en voor plannetjes en foldertjes. Erg handig!
We zijn een week in de stad gebleven. Er is heel wat te zien, waaronder tempels, (avond)markten, grote winkelcentra, afwisseling tussen moderne en traditonele gebouwen en ga zo maar door.
De Taipei 101 is één van de hoogste gebouwen van de wereld en beheerst dan ook vaak het straatbeeld. De toren werd op 31 december 2004 geopend. Met een hoogte van 508 meter was het tot juli 2007 het hoogste gebouw ter wereld, waarna het in hoogte overtroffen werd door de in 2010 geopende Burj Khalifa in Dubai. De liften in het gebouw behoren tot de snelste ter wereld, ze bewegen zich met ruim 60,5 km/h naar boven en dalen met een snelheid van 36,6 km/h. Het mooie beeld voor het gebouw is gemaakt van stalen kabels die ook verwerkt zijn in de lift.



Vanbinnen is er onder andere een luxueus winkelcentrum waar alle grote merken aanwezig zijn, de Aziaten zijn namelijk zot van dure merken.




Je kan een ticketje kopen om eens snel van de grond te gaan en een prachtig uitzicht te hebben over de wereldstad, wij hebben echter gekozen om bij zonsondergang de elephant hill te beklimmen waar je ook een prachtig uitzicht hebt over de stad én de toren.



En nog enkele kiekjes van Taipei by night.




Op internet had ik ook nog wat andere opvallende, moderne gebouwen gespot die we wel met eigen ogen wilden zien.
Lè Architecture is een gebouw van 2017 dat al heel wat architectuurprijzen in de wacht heeft gesleept.



Een ander opvallend modern gebouw is De Tao Zhu Yin Yuan Toren, of Agora Garden in het hart van Taipei City met 40 luxueuze appartementen. In de gedraaide toren komen tegen de gevel, op het dak en op de balkons 23.000 bomen en struiken. Genoeg om, volgens de Belgische architect Callebaut 130 ton kooldioxide, gelijk aan de uitstoot van 27 auto’s, te verwerken. Ik hoop dat die planten nog moeten komen want daar was nog niet veel van te zien.



Voor impressionante traditionele architectuur moet je naar het Chiang Kai-shek Memorial, één van de bekendste bezienswaardigheden van Taipei. Het Memorial is opgericht ter ere van Chiang Kai-shek, de voormalige president van de Chinese Republiek. Een enorme witte poort geeft toegang tot het terrein, met aan de zijkanten twee grote hallen. Je kunt de 89 treden naar de hal van het memorial beklimmen, wat je een mooi uitzicht over het plein oplevert.











Om het uur vindt daar in het gebouw de wisseling van de wacht plaats, dat best indrukwekkend is. Maar je bent er niet alleen...







Het gebouw bestaat uit meerdere verdiepingen. Er is een kunstmuseum en een museum met de geschiedenis van Taiwan. In het kunstmuseum waren we best onder de indruk van enkele werken. Stef vroeg aan een mevrouw achter een tafel een woordje uitleg. Haar Engels was echter beperkt maar ze was supervriendelijk en ook één van de kunstenaars die er tentoonstelde. Ze gaf ons een dik gesigneerd boek cadeau met al de kunstwerken in, zomaar. Maar het was nogal zwaar om steeds mee te sleuren dus we hebben het aan een poetsvrouw van ons hotel gegeven... Het was niet ons enige cadeau dat we in de hoofdstad gekregen hadden. Mensen in een restaurant die wat Engels kennen beginnen vaak een praatje. Een vrouw heeft er ons getrakteerd op elk een koffie en een appelflap. We hadden zeker 5 maal gezegd dat dat helemaal niet moest maar ze stond erop. Toevallig was ze vorig jaar in België op vakantie geweest. Een weekje want ze heeft maar 10 dagen verlof op een jaar.

In de buurt is er ook een leuke overdekte markt. Het is er erg proper en ze zijn er allerlei zaken aan het bereiden, zoals de befaamde dumplings.









De kerstverlichting was de eerste week van november al volle bak aanwezig. We zijn naar een shoppingmall geweest waar buiten een voetgangersbrug helemaal overkapt is met lichtjes. Aangezien het erg fotogeniek is ben je er dan ook nooit alleen. Ik ben dat zwarte gat! 😀






We hadden voordien gehoord dat je in Taipei nog koopjes zou kunnen doen voor een nieuwe (onderwater)camera. Er zijn een paar straten, vol met camerawinkels.


Helaas is de tijd voorbij dat de camera's er veel goedkoper zijn dan in het Westen. Het scheelt misschien een 20 euro maar dan zit je nog met het garantie probleem, waarbij het niet altijd duidelijk is of die ook in België geldt. Ik moet dus nog even verder met mijn Olympus Though TG2...😩
Uiteraard zijn er ook tempels te bezichtigen.


















De National Revolutionary Martyrs' Shrine is ook wel een bezoekje waard. Ook hier vindt om het uur de wisseling van de wacht plaats.






Op wandelafstand kan je dan een bezoekje brengen aan het impressionante hotel Grand Hotel, gelegen op een heuvel. Het hotel heeft zelfs een shuttel die je gratis naar het metrostation brengt, bezoekers zijn er dus zeker welkom.




Vanuit Taipei kan je allerlei daguitstapjes maken. Wij hadden er voor gekozen om onze grote bagage in het hotel te laten en een weekje de noordkust te doen met het openbaar vervoer.

Jiufen
We hadden dit voormalig mijndorpje als uitvalsbasis genomen. De meeste oude mijnstadjes in Taiwan zijn uitgestorven, maar in Jiufen is dit niet aan de orde. Integendeel, het was er zelfs te druk. De 'oude straat' en omgeving is volgepakt met theehuizen, streetfood en souvernirshops. In de avond gaan de rode lampionnen aan en kan je er over de koppen lopen. Het is wel gezellig maar met momenten echt te druk. Het dorpje heeft een populariteitsboost gekregen door de animatiefilm Spirited away, dat als inspiratie diende voor de film.























Door zijn populariteit en beperkt aanbod van logement vonden we de prijzen ook veel te hoog voor wat je krijgt. We zouden eerder Keelung aanraden als uitvalsbasis om het noordoosten te ontdekken. Dit is een grote havenstad maar heeft een betere ligging voor de bezienswaardigheden in de buurt.


Vanuit Ruifang kan je met de trein meerdere voormalige mijndorpjes bezoeken. Een dorpje is omgedoopt tot kattendorp maar dat viel zwaar tegen. Echt geen aanrader om er te stoppen, tenzij je nog nooit een kat gezien hebt. Onze volgende stop was in Pingxi. Dit dorpje staat op internet bekend als het dorp waar je een lantaarn kan oplaten. Dit zou geluk brengen. Het was er echter rustig. We vonden dat al heel raar maar bleek dat het volgend dorpje Shifen nu het mekka van de lantaarns is, waarover dus later meer. Hier een impressie van Pingxi. Je kan er ook een boodschap achterlaten om een bamboestokje.












Het dorpje Shifen is dus zeker wel een bezoek waard. Vanaf het treinstation kan je te voet naar een waterval. Deze waterval wordt ook wel eens 'the little niagara van Taiwan' genoemd. Beetje overdreven maar ze is wel mooi en de wandeling van 30 min vanaf het treinstation is best wel leuk. Aan de waterval zijn er ook eetstandjes en een tempel.





Maar het dorpje leeft dus van de 'laateenseenlantaarnop' industrie. Over een 500m verspreid op het spoor staan er mensen een lantaarn op te laten, die volgeschreven staan met allerlei wensen. Het poseren wordt ook zeer ernstig genomen en neemt een hele tijd in beslag. Het was erg leuk om naar te kijken. We hebben er zelf niet aan meegedaan omdat het nogal een vervuilende aangelegenheid is. De lantaarn vliegt niet heel ver en de bomen en rivieren in de omgeving hangen overal vol met deze lantaarns. Een extra attractie is dan nog de trein die er regelmatig passeert. Iedereen gaat dan even aan de kant en eenmaal gepasseert staat het spoor in een mum van tijd weer vol met mensen en lantaarns.















En af en toe gaat het ook wel eens fout als de wind verkeerd zit. Gelukkig hangen er al een soort tralies voor het balkon. Met een gietertje wordt het vuur dan geblust.


Yehliu
De volgende dag ging het met de bus naar het geopark Yehliu. We vertrokken zo vroeg mogelijk want wilden de 'groepen' voor zijn. Dat bleek een slecht plan want bij aankomst stond het er al vol met bussen. Bij vertrek in de namiddag was er heel wat minder volk, dus slecht gegokt.
Maar ondanks het vele volk hebben we erg genoten van de omgeving. Vanaf de bushalte wandel je eerst langs de haven van Yehliu waar het vol ligt met boten die vooral hun brood verdienen met de krabbenvangst. Hun boten hangen ook vol met lampen dus ik veronderstel dat ze vooral in de nacht gaan 'vissen'.








Het Geopark is ontstaan door miljoenen jaren van zee- en winderosie. Hierdoor is het gesteente op een unieke manier gevormd. Een aantal gesteentes hebben de vorm van menselijke gedaantes, waarvan de ‘Queens Head’ veruit de bekendste is. Volgens sommigen lijkt de rots op Queen Elisabeth, anderen vinden het dan weer op een Egyptische koningin lijken. Heel wat gesteentes, waaronder het koninklijke hoofd, zijn in dermate aan erosie onderhevig, dat de kans groot is dat ze binnen nu en 50 jaar zullen breken. Om te voorkomen dat hierna niemand deze bijzondere sculpturen nog kan aanschouwen, hebben ze nu al de meest opvallende vormen met een 3D-printer nagemaakt, die je in het begin van het park kan zien. De vooruitgang van de achteruitgang. 😁
Ik probeer altijd zoveel mogelijk foto's te nemen met geen of zo weinig mogelijk mensen op. Mijn geduld werd serieus op de proef gesteld want Aziaten en poseren, het is en blijft een raar fenomeen. Ik heb een sterk vermoeden dat zij proberen foto's te nemen met zoveel mogelijk mensen op! Om onderstaande foto te nemen zonder mensen op heb ik toch een half uur moeten wachten...



Maar niet alleen bovenstaande rots is indrukwekkend. De 'sea candles' of kandelaarformaties had ik nog nooit ergens gezien. Erosieprocessen hebben de binnen- en buitenzijden van de rotsen prachtig uitgehakt. De weerstand van de hardere rotsen vermengd met de zachtere rotsen heeft lagen opgebouwd die eruit zien als een kaars.



Hier is de 'schoen'.


De 'gember' rotsen.




De 'ijscrème' rots.


Aan de achterkant vond ik die dan weer meer op een vrouwenhoofd lijken.


Paddestoelen rotsen waren er met hopen, met al dan niet een gespleten persoonlijkheid.






 Braaf aan de goede kant van de lijn blijven...  😂









Je kan de drukte ook ontwijken door een wandeling te doen op de rots naar het uiterste puntje. Onderweg zijn we mooie, grote vlinders tegengekomen.



Onze volgende verblijfplaats was Tamsui, maar onderweg zijn we gestopt aan het Ju Ming museum. Het museum, genoemd ter nagedachtenis aan de wereldberoemde Taiwanese kunstenaar Ju Ming, is een viering van kunst in al zijn vormen. Het museum huisvest voornamelijk werken van hemzelf, maar toont ook werken van andere kunstenaars die invloed hebben gehad op het leven van Ju Ming, werken van degenen die hem hebben geïnspireerd en werken van degenen die hij heeft geïnspireerd. De meeste werken, sculpturen, staan verspreid in een groot park. Een leuk museum!



























Er zijn ook werken die binnen staan. In deze gloednieuwe serie Living World Series - Ballet combineert Ju Ming de vrouwelijke houdingen met de innovatieve verkenningen van het gebruik van roestvrij staal. Erg mooi!







Tamsui
Onze laatste bestemming in Taiwan is de havenstad Tamsui.De stad heeft een heuse boulevard en zelfs een Fisherman's warf! Het is er best gezellig om langs het water te wandelen en 's avonds is de wandelbrug aan het haventje mooi verlicht. De brug is omgedoopt tot de Lover's bridge.







De Wuji Tianyuan Tempel is ook zeker een bezoekje waard. De tempel is helemaal rond en bestaat uit verschillende verdiepingen, waar je tot helemaal naar boven kan.


 





Van Tamsui kan je in een 30-tal minuten met de metro terug naar Taipei, dus dit kan ook zeker een leuke dagtrip zijn vanuit de hoofdstad.

En zo was onze cirkel rond. Taiwan heeft ons niet weggeblazen maar het was er aangenaam vertoeven en het land is zeker een bezoekje waard.